Chesapeake Bay Retriever

De Chesapeake Bay Retriever

een korte beschrijving van het ras

De Chesapeake Bay Retriever is gelijkwaardig bedreven op het land en in het water. De CBR is ontstaan in de Chesapeake Baai voor het jagen van watervogels onder alle ongunstige weersomstandigheden en water condities, vaak moet het ijs nog gebroken worden tijdens het meervoudig apporteren van de watervogels. De CBR moet regelmatig zijn werk in sterke tegenwind en getij verrichten en zwemmen in ijskoud water. 

Rasstandaard

Chesapeake Bay Retriever (263)

Origine:
Canada

De raskenmerken zijn uitermate geschikt zodat de Chesapeake gemakkelijk, efficiënt en met groot uithoudingsvermogen, zijn functie kan vervullen.

De schedel van de Chesapeake is breed en rond met een middelmatige stop. De kaken hebben voldoende lengte en kracht om gemakkelijk grote vogels te apporteren zonder hard te zijn in de bek.

De dubbele vacht bestaat uit een korte, harde golvende bovenvacht met een dichte fijne wollige ondervacht, bevat een natuurlijke olie zodat deze vacht ideaal is voor zijn werk in het ijskoude water.

In lichaam is de Chesapeake een sterk, goed gebalanceerde, krachtig gebouwde hond van middelmatige hoogte, met een medium lengte van lichaam met middelmatige beenlengte, diep en breed in de borst, de schouders hebben volledige vrijheid om te bewegen en toont geen enkele zwak kenmerk, in het bijzonder niet in het lichaam.

De kracht mag niet ten koste gaan van de wendbaarheid en het weerstandsvermogen van de Chesapeake. Grootte en substantie mogen niet ten kosten gaan van deze werkende retriever met een actieve geaardheid.

De kenmerkende eigenschappen zijn de heldere ogen met een gele of amber kleur, de achterhand even hoog of iets hoger dan de schoft, een dubbele vacht die meer neigt te golven op de schouders, nek, rug en lendenen.

Belangrijke verhoudingen:
Van lengte schoft tot de grond is net iets minder dan de lengte van boeg tot zitbeen. De borstdiepte reikt minimaal tot de ellebogen. Van schouderpunt tot ellebogen en ellebogen tot grond moeten van gelijke hoogte zijn.

Karakter en eigenschappen:
De Chesapeake wordt gewaardeerd om zijn helder en vrolijk karakter, intelligentie, een rustig gezond verstand en zijn aanhankelijk beschermende aard. Moed, lust in het werk, alertheid, reukvermogen, intelligentie, graag te water gaan, algemene kwaliteit en bovenal de aanleg, zouden de belangrijkste waardes moeten zijn bij selectie en het fokken van de CBR.

Extreem verlegen of agressie mag niet worden geaccepteerd, dit zowel in de jacht als in gezelschap.

HOOFD:

Schedel:
Breed en rond met een middelmatige stop. 

Voorsnuit:

Neus:
Neusbrug is matig kort. 

Snuit:
Ongeveer van dezelfde lengte als de lengte van de schedel, iets versmallend naar de neuspunt toe maar niet scherp.

Lippen:
Dun, maar geen hanglippen. 

Kaken/tanden:
Scharend gebit heeft de voorkeur, maar een tanggebit is toegelaten. 

Ogen:
Zijn van middelmatige grootte, helder en geel of amber van kleur, ver uit elkaar geplaatst. Intelligente expressie.

Oren:
Zijn klein, hoog aangezet, los neerhangend en van middelmatige dikte.

Nek:
Van middelmatige lengte met een goed gespierde verschijning en gaat vloeiend over naar de schouders.

Lichaam:
Van middelmatige lengte, noch kort en gedrongen, noch met karperrug, maar eerder bijna hol, flanken goed opgetrokken. 

Toplijn:
Moet aantonen dat de achterhand gelijk of iets hoger ligt dan het schouderpunt.

Rug:
Kort, goed gekoppeld en krachtig. 

Borst:
Sterk, breed en diep. Tonvormig, rond en diep. 

Staart:
Van middelmatige lengte, middelmatig zwaar bij de aanzet. De staart moet recht of licht gebogen gedragen worden. De staart mag niet over de rug gekruld of zijwaarts gedragen worden.

LEDEMATEN:

Voorhand:
Er mag geen zwakte vertoont worden in de voorhand. Voorbenen zijn recht en van middelmatige lengte zowel in voor- als achteraanzicht, tonen een goed bone en zijn goed gespierd.

Schouders:
Goed naar achteren geplaatst met volledige vrijheid van beweging, veel kracht vertonen en zonder enige belemmering om te bewegen.

Middenvoet:
licht gebogen en van middelmatige lengte. 5e Tenen mogen verwijderd worden. 

Achterhand:
Een goede achterhand is essentieel. Ze moet evenveel kracht vertonen dan de voorhand. Er mag geen teken van zwakheid vertonen worden. Zeker de achterhand moet bijzonder krachtig zijn om stuwkracht te leveren tijdens het zwemmen. De achterbenen moeten recht en van middelmatige lengte zijn, een goed bone vertonen en goed gespierd zijn. De achterbenen moet recht zijn dit zowel bij voor- als bij achteraanzicht. Hubertusklauwen moeten verwijderd zijn.

Knieën:
Goed gehoekt. 

Hakken:
De afstand van hak tot grond moet van middelmatige lengte zijn. 

Voeten:
Hazenvoeten met zwemvliezen, van goede grootte en met goed afgeronde en gesloten tenen. 

Beweging:
Het gangwerk moet vlot, vrij en moeiteloos zijn en de indruk geven van veel energie en kracht. Bij zijaanzicht moet veel ruimte zijn bij het strekken van de voorpoten (zonder belemmering), de achterhand moet goede stuwkracht vertonen met een goed gebruik van de knie en hak. In vooraanzicht zijn de ellebogen goed aangesloten, in achteraanzicht mag er geen teken van koehakkigheid vertoond worden. Wanneer de snelheid verhoogt wordt, kunnen de voeten op 1 lijn komen.

VACHT:

Haar:
Dik en kort, niet meer dan 4cm met een dichte fijne wollige ondervacht. De vacht op het hoofd en de benen is kort en recht, kan gegolfd zijn op de schouders, nek, rug en lendenen. Matige bevedering aan de achterhand en staart is toegestaan. De structuur is heel belangrijk, daar de hond wordt gebruikt voor de jacht onder alle weeromstandigheden en werkt vaak in ijswater en sneeuw. De olie in de harde bovenvacht en de wollige ondervacht is van grote waarde om te voorkomen dat het koude water de huid kan bereiken en het helpt bij het snelle drogen van de vacht. De vacht moet het water weren zoals de veren van een eend doen. Wanneer een Chesapeake uit het water komt en schudt, mag de vacht geen water vasthouden, mag hooguit vochtig zijn.

Kleur:
De kleur van de CBR moet zoveel mogelijk de kleur van zijn omgeving zijn. Iedere kleur varierend van donkerbruin tot mat geelbruin en verdroogd gras is toegestaan. Eenkleurig wordt geprefereerd. Er mag geen kleur geprefereerd worden over een andere kleur. Een witte vlek op de borst, buik, tenen of op de achterkant van de voet (onmiddellijk boven het grote voetkussen) zijn toegestaan, maar hoe kleiner de vlek hoe beter, eenkleurig heeft de voorkeur. De kleur en de structuur moeten in elk aspect bekeken worden tijdens het keuren. Eervolle littekens worden niet bestraft.

GROOTTE EN GEWICHT:

Hoogte:
Reuen 58-66cm
Teven 53-61cm
Te grote of te kleine honden moeten streng afgestraft worden.

Gewicht:
Reuen 29,5 – 36,5kg
Teven 25-32kg

FOUTEN:
Iedere afwijking van de hierboven vermelde punten moeten als fout aangemerkt worden, de beoordeling van de fout moet in exacte verhouding staan tot de ernst van de fout en zijn effect op de gezondheid en het welzijn van de hond.

DISKWALIFICERENDE FOUTEN:
• Agressief of overdreven verlegen
• Elke hond die duidelijke fysieke of mentale abnormaliteiten vertoond
• Honden die raskenmerken missen
• Ondervoor- of bovenoverbeet
• Hubertusklauwen aan de achterpoten
• Gekrulde vacht of neiging van krullen over het lichaam
• Bevedering aan de staart of benen langer dan 4,5cm
• Zwart gekleurd
• Wit vlek op het lichaam buiten borst, buik, tenen of achterkant van de voet

De vraag of de vacht en de algemene balans hoger gewaardeerd moet worden dan alle andere punten in de puntentabel? De CBR moet goed geproportioneerd zijn, een dier met een goede vacht en goed gebalanceerd in andere punten, worden geprefereerd over honden die uitblinken op bepaalde eigenschappen maar zwak zijn in anderen.

PUNTENTELLING:
Hoofd met inbegrip van lippen, oren en ogen 16
Hals 4
Schouders en lichaam 12
Achterhand en knieën 12
Ellebogen, benen en voeten 12
Kleur 4
Staartaanzet en staart 10
Vacht en structuur 18
Algemene bouw 12
TOTAAL 100

AFMETINGEN (ongeveer):
Lengte hoofd, neus tot occiput 24-24,5cm
Omtrek bij de oren 50,8-53,3cm
Snuit onder de ogen 25,4-26,7cm
Lengte van de oren 11,5-12,7cm
Omtrek hals dichtbij de schouders 50,8 – 55,8 cm
Omtrek bij de lendenen 61-63,5cm
Lengte van occiput tot staartaanzet 86,3-88,9cm
Omtrek bovenbeen 48,2-50,8
Van aanzet oor naar aanzet oor over de schedel 12,7 – 15,25cm
Occiput tot schouderpunt 23-24,3 cm
Van elleboog tot elleboog over de schouders 63,5-66cm

Elke hond die duidelijk fysieke of mentale abnormaliteiten vertoond, zal worden gediskwalificeerd. 

NB: Reuen moeten 2 normale testikels hebben, volledig ingedaald in het scrotum. 
Alleen functionele en klinisch gezonde honden, met een typische conformatie mogen gebruikt worden voor de fok.  

Foto's

Ziektes

Heupdysplasie (HD) is een ontwikkelingsstoornis van de heupgewrichten. Het kan erfelijk zijn, maar omgevingsfactoren spelen ook een rol bij de ontwikkeling. Een hond kan veel last hebben van HD, maar dat hoeft niet. Aan de buitenkant kun je niet zien of een hond HD heeft, dus als je hond goed kan lopen, hoeft dat nog niet te zeggen dat zijn heupen perfect zijn. Om echt te kunnen zien of je hond HD heeft, zijn (digitale) röntgenfoto’s van zijn heupen nodig.

Beoordelen van de HD-foto’s

Een speciale commissie kijkt bij het beoordelen van de foto’s naar de vorm van de heupkommen en de heupkoppen, de diepte van de heupkommen, de aansluiting van de heupkoppen in de heupkommen en de aanwezigheid van botwoekeringen langs de randen van de heupgewrichten.

Een indicatie voor de kwaliteit van de heupgewrichten is de zogenaamde "Norbergwaarde". Hoe hoger de Norbergwaarde, hoe dieper de kop van het bovenbeen in de kom van de heup zit. Als de kop diep in de kom zit, dan zit dat vaak goed stevig en is er minder kans op botwoekeringen en andere problemen. Een hond met ondiepe heupkommen en/of een slechte aansluiting van de gewrichtsdelen en kan vaak niet meer de hoogste score (A) halen.

Een normale of zelfs hoge Norbergwaarde betekent helaas niet zonder meer dat de betreffende hond goede heupgewrichten heeft. De uiteindelijke HD-beoordeling is namelijk ook van meerdere factoren afhankelijk, zoals de aansluiting van de gewrichtsdelen en eventuele botafwijkingen. Er is een rechtstreekse koppeling tussen de ernst van de botafwijkingen en de uitslag: zeer lichte botafwijkingen (1) leiden tot de beoordeling HD B, lichte botafwijkingen (2) leiden tot de beoordeling HD C, en ernstige botafwijkingen (3) leiden tot de beoordeling HD D.

Er kan ook sprake zijn van "vormveranderingen". Meestal gaat het dan om een afvlakking van de voorste rand van de heupkom. De aanwezigheid hiervan wordt wel vermeld, maar heeft in het algemeen geen doorslaggevende betekenis voor de einduitslag.
Alle gegevens samen bepalen de definitieve eindbeoordeling. Het kan zijn dat slechts één aspect de doorslag geeft, maar het kunnen ook meerdere factoren samen zijn die de uiteindelijke eindbeoordeling bepalen. Je kunt dit afleiden uit de informatie op het certificaat.

Uitslag van het HD-onderzoek

Er zijn verschillende FCI-einduitslagen mogelijk:

HD A (=negatief): je hond is op basis van de röntgenfoto vrij van HD; dit betekent niet dat je hond geen "drager" van de afwijking kan zijn.

HD B (=overgangsvorm): op de foto’s zijn kleine veranderingen zichtbaar die het gevolg zijn van heupdysplasie.

HD C (=licht positief) of HD D (=positief): je hond laat duidelijke veranderingen zien die passen in het ziektebeeld van HD.

HD E (=positief in optima forma): de heupgewrichten zijn ernstig misvormd.

Houd er rekening mee dat een HD A uitslag niet betekent dat je hond nooit last zal krijgen van HD. Omgekeerd betekenen duidelijke misvormingen ook niet dat de hond er beslist last van zal krijgen. Het is wel verstandig om er op te letten dat je (de heupgewrichten van) je hond niet te zwaar belast. In geval van twijfel kun je dit met je dierenarts bespreken.

Bronvermelding: Raad van Beheer Nederland 

Elleboogdysplasie (ED) is een ontwikkelingsstoornis van met name het kraakbeen in de gewrichten. Het kan erfelijk zijn, maar omgevingsfactoren dragen vaak ook bij aan het ontstaan van deze aandoening. Sommige honden kunnen op jonge leeftijd al ernstige problemen ondervinden door ED. Bij andere honden leiden ernstige misvormingen in het gewricht pas op latere leeftijd tot kreupelheid. Om echt te kunnen zien of je hond ED heeft, zijn (digitale) röntgenfoto’s van zijn gewrichten nodig. Het ED-onderzoek richt zich op vier verschillende aandoeningen van het ellebooggewricht. Al deze aandoeningen kunnen leiden tot misvormingen in het gewricht en kreupelheid. Het aantal te maken röntgenfoto’s verschilt per ras. Internationaal komen beoordelaars samen om te zorgen dat alle landen op gelijke manier de ellebogen beoordelen. Op de website van de International Elbow Working Group (IEWG) kan je de verslagen van hun bijeenkomsten vinden.

Beoordelen van de ED-foto’s

We spreken over ED als een van de volgende aandoeningen in een ellebooggewricht aanwezig is:

OCD (Osteochondritis dissecans): het loslaten van een stukje kraakbeen van de bovenarm.

LPC (Los processus coronoïdeus): het loslaten van een stukje bot van de ellepijp.

LPA (Los processus anconeus): het loslaten van een stukje bot op een andere plaats van de ellepijp.

Incongruentie: een niet goed "passend" gewricht door een te lange of te korte ellepijp ten opzichte van het spaakbeen.

Er kan ook sprake zijn van een meerdere aandoeningen in een gewricht.

Ieder van de genoemde afwijkingen leidt na enkele maanden tot artrose. Artrose kenmerkt zich door:

Veranderingen van het gewricht (botreactie's) die in de loop van het ziekteproces kunnen ontstaan.

Het blijvende karakter van de veranderingen.

Startpijn: kreupele stappen net na het opstaan.

'Er doorheen lopen': beter lopen na enige tijd.

Een terugval na veel inspanning.

Bij het vaststellen volgen we de normen van de "International Elbow Working Group". Het slechtste gewricht bepaalt de einduitslag.

Uitslag van het ed-onderzoek

Er zijn verschillende uitslagen mogelijk:

Vrij

Graad 1 (lichte mate)

Graad 2 (middelmatig)

Graad 3 (ernstig)

Het is op grond van de foto’s niet mogelijk om te voorspellen of honden die niet vrij blijken te zijn van elleboogdysplasie, maar die hiervan geen uiterlijke verschijnselen tonen, later problemen zullen krijgen. Dit is afhankelijk van de aard en de ernst van de aandoening en het gebruik en de aard van de individuele hond.

Laat de hond niet te zwaar worden en vermijd ook anderszins overmatige belasting van de ellebogen als dat mogelijk is. Raadpleeg je dierenarts in geval van twijfel.

Bronvermelding: Raad van Beheer Nederland 

Fokkers

Voorlopig zijn er bij onze leden geen fokkers van de Chesapeake Bay Retriever

© Koninklijke Belgian Retriever Club 2020 - Webdesign & maintenance: Dogsite.be